Witte silo’s, een skyline van chemische installaties, daartussen een labyrint aan leidingen. Het industriepark, waar Dow gevestigd is, imponeert. Aan dit hightech landschap voegt Dow samen met E.ON een hoogstandje toe: een hoog efficiënte ketelinstallatie welke sinds deze maand in werking is. Ook CLAFIS is bij dit geweldige project betrokken. We nemen een kijkje achter de schermen.
Terneuzen is de op één na grootste productielocatie van Dow wereldwijd. Op deze locatie maakt Dow Benelux chemische halffabricaten voor de productie van verpakkingen, coatings en schuim. Processen waar veel energie voor nodig is. Een betrouwbare, efficiënte en flexibele energievoorziening is op deze site cruciaal. Bijvoorbeeld wanneer de productie in korte tijd moet worden opgeschaald, of als backup/standby voor de hoofdvoorziening.
Flexibeler, efficiënter, duurzamer
Dow maakte hiervoor jarenlang gebruik van een nabijgelegen verbrandingsketel. Maar deze voldeed niet meer. ‘In 2015 zijn we samen gaan nadenken over hoe we de energievoorziening flexibeler, efficiënter en duurzamer konden maken’, vertelt Markus Wächter, projectleider bij E.ON. Dit mondde uit in een plan voor een gasgestookte processtoomketel welke wordt geïntegreerd in de nutsinfrastructuur van de Dow-site.
Wächter: ‘De installatie is op maat gemaakt voor Dow en kan 350 ton stoom per uur opwekken. Dankzij geavanceerde brandertechnologie kan de ketel gasvormige bijproducten verbranden. Dit biedt Dow de mogelijkheid om haar afvalstromen deels te hergebruiken.’ E.ON tekende een contract voor de financiering, bouw, het beheer en de exploitatie. Aannemer (EPC-contractor) Standardkessel Baumgarte GmbH zorgde voor het ketelontwerp en de realisatie ervan.
De bouw van een ketelinstallatie op een industriële hotspot is topsport. Wächter: ‘We willen voordelen creëren voor onze klant. Maar tegelijkertijd moet je de kosten, planning en de kwaliteit bewaken. Dit bereik je alleen met een dedicated projectteam. Partners die begrijpen dat je zo’n complex project écht samen moet maken.’
CLAFIS levert kennis en ervaring
Om de kwaliteit en de projectdoelstellingen te waarborgen werden drie ervaren specialisten via CLAFIS (vestiging Dordrecht) aangehaakt. Adri Aarnoudse (74) was één van hen. Met zijn 35 jaar werkervaring bij Dow was hij dé aangewezen man om het toezicht op het civieltechnische deel op zich te nemen. ‘Ik ken het bedrijf, de mensen en de lokale situatie qua geologie en naastliggende constructies.’
Aarnoudse reviewde ontwerpen en bestekken en stelde z’n kritische vragen in de bouwvergaderingen. ‘Je bouwt een installatie van 50×60 meter, met een 65 meter hoge schoorsteen daarnaast. Dat vergt veel van een fundering. Je wilt het risico op verzakking voorkomen.’ Dit bleek de nodige voeten in de aarde te hebben. Aarnoudse: ‘Toen een deel van de funderingspalen was aangebracht, bleken er afwijkingen te zijn.’
Aarnoudse onderzocht de problemen (‘ik ben hiervoor de Zeeuwse archieven ingedoken’) en droeg oplossingen aan om de bouw tóch door te laten gaan. ‘Door samen naar het probleem te kijken en vervolgens in een oplossing te denken, hielden we de vaart in het project.’
De ketelbouw
Naast de aanleg van de ‘civieltechnische hardware’, was er volop aandacht voor de ketelbouw zelf. Sytze Koolhaas zag als supervisor toe op het elektrotechnische en meet- en regeldeel van het ketelontwerp. Koolhaas: ‘We wilden een veilige, betrouwbare ketel die snel kan opschakelen én binnen de strenge emissiewaarden blijft.’ Sytze deed dit in een constructieve wisselwerking met de aannemer. ‘We spraken elkaars taal, kenden elkaars positie. En ja, ik ben scherp, maar ook bereid om mee te denken.’
Over het resultaat is Sytze zeer te spreken: ‘We beschikken over een ketel die meer kan dan wij denken. Een Formule 1-bolide onder de ketels. De kracht is dat deze ketel snel en flexibel op basis van meerdere gasmixen werkt: gas uit de intercontinentale leiding en gas uit het productieproces.’ Zo’n bolide moet natuurlijk goed worden afgesteld. ‘Zodra een gasstroom binnenkomt, moet die ketel adequaat reageren. Dit luistert nauw. We zijn dit nu op kleine schaal aan het monitoren en finetunen.’
‘Nergens een zwakke schakel’
Kwaliteit was de rode draad in dit project. Kwaliteitsmanager Herman Heatubun zag vanaf september 2017 erop toe dat die kwaliteit werd gegarandeerd. ‘Er lag veel ontwerpvrijheid bij de aannemer. En de aannemer werkte op zijn beurt met zo’n vijftien subcontractors. Het was belangrijk dat alle deelproducten voldeden aan onze specificaties en alle geldende normeringen. Je wilt dat alle puzzelstukjes naadloos in elkaar passen.’
Naast het beoordelen van kwaliteitsdocumentatie, bezocht Heatubun leveranciers in Turkije, Polen, Duitsland en Nederland. ‘Overal waar je komt, zoom je in. Voldoet een onderdeel aan de contracteisen? Wordt er volgens de procedures en wet- en regelgeving gewerkt? Je kijkt mee, stuurt bij. De ketelbouw is een keten die vele schakels kent. Er mag geen zwakke tussen zitten.’
Natuurlijk zijn er altijd punten die beter kunnen en moeten. Maar dit gebeurde wel met respect richting elkaar. Heatubun: ‘Je kunt confronterend zijn, maar het is de kunst om een probleem te identificeren en vervolgens samen een oplossing te zoeken. Door die wisselwerking sta je niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Dat is wat mij betreft één van de succesfactoren in dit project.’
Dit verklaart ook dat, ondanks de droogte van 2018 (vertraging voor het ketelvervoer over de rivier de Oder in Polen) en de coronacrisis, de ingebruikname van de ketel gewoon op koers ligt. Vanaf deze maand, juli 2020, kan Dow een beroep doen op een hightech ketel. Een meerwaarde voor de bedrijfszekerheid. En ook de skyline van het Dow-landschap is er nóg iets imposanter op geworden.